Zo deed ik dat

Jouw interviews zijn geweldig! Hoe doe je dat? Vraagt een collega als we in de kroeg zitten na te praten over ons werk. Ik was 20, studeerde aan de kunstacademie, en werkte als leerling-journaliste bij de regionale krant. Tussendoor zat ik met oudere mannen in de kroeg. Tenminste, toen waren het oudere mannen voor me. Collega’s in een spijkerbroek, met T-shirts aan en grote woorden die over elkaar buitelden alsof er een kraan met bronwater open stond. Altijd wisten ze met hun harde stemmen precies hoe de wereld in elkaar zat. Altijd wilden ze mij wel uitleggen hoe ik dingen moest doen of aanpakken. En altijd wilden ze dat heel dicht bij mij in de buurt wel voordoen.Ik was net twintig en kwam zomaar van de middelbare school, vanuit een dorpje in de binnenlanden van Limburg naar de grote provinciestad, had ik me genesteld nota bene tussen kunstenaars en andere fine fleur die wist hoe de wereld verbeterd kon worden.

Hoe deed ik dat? Ik had inmiddels wel gemerkt dat ik regelmatig de grote interviews met de bizarre mensen voor de zaterdagbijlage mocht doen. Ik zag er niks bijzonders in. En al helemaal niet de afgunst van de collega’s. Zij wilden dat ook wel, maar altijd werd ik er op uit gestuurd.
Hoe deed ik dat? Natuurlijk droeg ik mijn favoriete tuinbroek. Mooie, grove ribfluweel in dieprood. Een prachtbroek, die het nodig had om elke pakweg drie maanden als fletse, geplette tomaat met rode verf in de wasmachine te verdwijnen, en er weer glanzend als een sappige aardbei uit te komen. Daaronder droeg ik een witte bloes. De knoopjes sprongen altijd open, maar dat maakte niet uit, want de tuinbroek zat er toch ver genoeg overheen. Ik was niet bezig met associaties die de openstaande bloes bij mijn slachtoffers konden oproepen. Ik wilde interviewen! En dat deed ik dan ook.

.

Hoe deed ik dat? Op mijn gympen, met mijn pen en aantekenblok onder de snelbinders van mijn grijs geverfde fiets zodat hij niet gestolen werd – toog ik naar degene die zoiets uitmuntends te vertellen had, dat het groot in de zaterdagkrant zou moeten komen.Aanbellen en binnen mogen, een kopje koffie dat ik toen nog dronk met suiker en veel melk. En dan haalde ik mijn pen en papier tevoorschijn. Nee, ik kon gemakkelijk schrijven, nee, ik hoefde geen apart tafeltje, nee, ik was geheel voorzien. Maar vertel eens, wat staat er precies op dat prachtige schilderij? En dat geweldige kastje, is dat iets speciaals? Zo raakten mijn geïnterviewden op hun gemak en gingen dingen uitleggen. Toelichten. Alsof ze een nieuwsgierig aagje toespraken.Tegen de tijd dat mijn gespeelde interesse op was, ging ik over op de echte dingen. Ik zorgde nog eens onderuit gezakt te zitten. Mijn pen als een accessoire in de hand, en mijn onnozelste blik. Mijn hoofd een beetje schuin. Mond een ietwat open, terwijl hij af en toe de achterkant van de pen mocht afkluiven. En ondertussen die verwonderde blik. O, ja? Is dat zo? Leg nog eens uit? Ik begrijp het niet?

Hoe deed ik dat? Zonder dat ik er boeken over had gelezen of mijn moeder mij iets had uitgelegd, wist ik de goede snaar te raken. Een jong meisje dat geëmancipeerd was zonder dat ze het zelf wist. Maar wel gebruik maakte van wat alle mannen nou eenmaal in hun genen hebben: ze wist het niet, ze was onschuldig, haar kon je alles vertellen. En zo kreeg ik de meest fantastische verhalen bij elkaar. Zo deed ik dat.

 

Annelies

adminZo deed ik dat